Quirijnen Consult
Wanneer psychotherapie
Ook bij een aanhoudend lichamelijk gezondheidsprobleem
In het geval van psychische problematiek (bijvoorbeeld een depressie of een angststoornis) wordt aanmelding voor behandeling binnen de GGZ door de bank genomen als vanzelfsprekend beschouwd, er bestaat weinig tot geen twijfel. In het geval van een aanhoudend lichamelijk gezondheidsprobleem zoals chronische pijn ligt dat anders. Maar ook dan kan aanmelding voor psychotherapie uitermate zinvol zijn, namelijk als u geen baat heeft bij zogenaamde congruente interventies of als de pijnklachten niet op zichzelf staan.
Bijvoorbeeld: chronische pijn
Behandeling van chronische pijn door (para)medici is veelal gericht op symptoombestrijding. Het betreft behandeling met zogenaamde congruente technieken. Dat wil zeggen, als blijkt dat bijvoorbeeld klemmen ofwel het veelvuldig onnodig aanspannen van aangezichtsspieren, resulteert in pijn, dan volgt daarop logischerwijs een training in het ontspannen van die spieren en het louter gebruiken van die spieren wanneer het noodzakelijk is.
Als congruente interventies niet helpen
De inbreng van de klinisch psycholoog is gewenst op het moment dat u niet in staat blijkt uw voordeel te doen met dergelijke congruente interventies. U begrijpt als geen ander dat u de aangezichtsspieren moet ontspannen, maar krijgt dat (zelfs na langdurig praktiseren) niet voor elkaar. Op zo’n moment is er sprake van (veelal onbewust beleefde) weerstand. Deze weerstand is terug te voeren naar een complex aan vaak rotsvaste overtuigingen die u zich van kinds af, op grond van veelal eenzijdige ervaringen heeft eigen gemaakt. Deze complexe cognitieve structuur is de basis voor uw gedragsrepertoire; deze maakt dat u zich gedraagt zoals u zich gedraagt, ook al is dat ongezond. De behandeling van de klinisch psycholoog is er op gericht u inzicht te laten krijgen in het complex aan overtuigingen die ten grondslag liggen aan het ongezonde gedrag, teneinde hierin de gewenste veranderingen te laten aanbrengen. Dit geschiedt door middel van psychotherapie.
Niet alleen pijn
Vaak staat chronische pijn niet op zichzelf. Behalve dat er sprake is van mechanische overbelasting van het bewegingsapparaat, bestaan er doorgaans niet reële/niet helpende opvattingen, emoties en gedragingen rondom de pijn en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Deze opvattingen, emoties en gedragingen zijn niet altijd te corrigeren met voorlichting. De impact van de pijn kan zich na verloop van tijd gaan aftekenen op meerdere levensgebieden. Niet zelden is er sprake van voor herstel ongunstige persoonskenmerken (bijvoorbeeld hypervigilantie, introversie) en/of persoonlijkheidsproblematiek (DSM-V as II; bijvoorbeeld sterk dwangmatig of afhankelijk) en/of psychopathologie (DSM-V as I; bijvoorbeeld een depressie of angststoornis) en/of levensproblematiek (bijvoorbeeld relatieproblemen, verlies van een dierbare).
Persoonlijkheidsproblematiek, psychopathologie en levensproblematiek
Juist vanwege een complex aan problemen slaagt u er niet meer in de pijn op adequate wijze het hoofd te bieden. En mogelijk neemt de pijn hierdoor eerder toe dan af. De behandeling door de klinisch psycholoog is in de eerste plaats gericht op het inperken van de medische consumptie (o.a. ‘het medisch winkelen’), het voorkomen van (verdere) iatrogene schade (want de gedachte ‘een behandeling proberen onder het mom: baat het niet, het schaadt niet’ is beslist niet waar) en het leren leven met de pijn en beperkingen. Dan verdiept de behandeling zich en verschuift het focus naar eventuele persoonlijkheidsproblematiek, psychopathologie en levensproblematiek.
Een adequate aanvulling
De vraag die vaak rijst bij de gedachte aan aanmelding bij de GGZ betreft de vraag naar consultatie van de psychiater versus de klinisch psycholoog. In de praktijk blijken beiden elkaar adequaat te kunnen aanvullen. De psychiater verricht zogenaamde classificerende diagnostiek, onderzoekt u in ieder geval op psychopathologie (DSM-V as I) en stelt indien mogelijk een behandeling in met psychofarmaca. Dit is het geval bij een depressie, of een angststoornis, of een dwangstoornis. Luidt de diagnose bijvoorbeeld chronische pijnstoornis, dan betreft het psychopathologie die niet te behandelen is met medicatie. In principe staakt de psychiater zijn bemoeienissen met u.
De klinisch psycholoog gaat verder, of, begint dan juist. Deze verricht beschrijvende diagnostiek, construeert op basis van uw beschrijving een theorie over de factoren die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan dan wel het voortbestaan van de pijnklachten. De eventueel daarop volgende psychotherapeutische behandeling is gericht op het beïnvloeden van die factoren.